Jos Gielink
KPS deelnemer sinds | 1 januari 2001 |
Werkzaam bij | Gielink Pensioenrecht |
Functie | Directeur | eigenaar |
Interview door | Bestuurslid Gaby de Léon |
Van huis uit is Jos fiscalist. Na zijn studie fiscaal recht in Tilburg is hij, zoals hij dat noemt ‘algemeen’ aan de slag gegaan. “Er was toen nog geen sprake van specialisme.” Daarna heeft hij zich gespecialiseerd in pensioenfiscaliteit. In eerste instantie op het gebied van DGA en internationaal (grensoverschrijdende uitvoering). Toen is zijn passie voor het internationale aspect ontstaan. Sinds 2000 geeft hij met name juridisch en fiscaal advies op het gebied van collectief pensioen. Vanaf 2013 op eigen kracht met een eigen kantoor, zowel nationaal als internationaal.
Wat doe je naast je baan. Heb je nog tijd voor hobby’s?
“De grootste fout die je kunt maken is dat je teveel toegeeft aan de liefde voor je werk. Als je je werk zo lang doet zoals ik, dan doe je dat natuurlijk ook omdat je het zo enorm leuk vindt. Maar hobby’s heb je nodig om energie te tanken en om te beseffen dat er meer is dan alleen werk. Ik tennis veel, volleybal, wandelen, fietsen op de racefiets, hardlopen en ik ben een groot fan van muziek. Mijn hobby’s geven vooral energie om het werk goed te kunnen doen en om het leven te kunnen beleven. Ik bezoek ook graag concerten. Er waren de afgelopen tijd wel minder mogelijkheden maar die komen er ook weer.”
Weet je nog waarom je destijds bij KPS bent aangesloten?
“Ik ben ook altijd lid geweest van andere verenigingen, dat zijn met name pure juristenverenigingen. Zo ben ik nog steeds lid van de vereniging van pensioenrecht. En als CPL ben je ook lid van de vereniging van pensioenjuristen. Daar zie je vooral personen met een passie voor de inhoud. KPS is veel breder van samenstelling. Het vóór en door leden wordt naar mijn mening echt waargemaakt. Er is sprake van een kwalitatief goede bezetting en de mensen die wat willen, die mogen dat ook: er is een open cultuur. Wat dat betreft is alles mogelijk bij KPS. Daarnaast is het netwerken, de sociale contacten en zoals gezegd het multidisciplinaire, dus een brede vertegenwoordiging, heel mooi.”
Ambassadeur van KPS
“Toevallig sprak ik vorige week nog met een ex-lid van KPS. Hij dacht destijds aan het einde van zijn pensioencarrière te zitten, maar hij had nu weer een hele mooie baan. Hij gaf aan mij nog te kennen van vroeger bij KPS. Toen heb ik ook aangegeven dat er minimaal iemand van zijn nieuwe club lid zou moeten zijn van KPS, want dat is tenslotte erg belangrijk. Hij zou dit meenemen.”
Welke zaken zijn je bijgebleven in de afgelopen jaren?
“Er is heel veel gebeurd en daar ben ik allemaal even trots op. Ik heb meegewerkt aan veel bijeenkomsten bijvoorbeeld. Maar wat ik nog veel belangrijker vind, zijn de collectieve zaken waaraan ik een bijdrage heb kunnen leveren. Dat is veel boeiender, leuker en belangrijker wat mij betreft. In 2011 hebben wij bijvoorbeeld met de werkgroep een mooi rapport geschreven over korten van pensioen. Dat was ontzettend leuk om te doen. We hebben meerdere reacties gegeven op wetsvoorstellen, zo ook een mooi rapport op basis van het APF. In 2018 hebben wij vanuit een werkgroep gewerkt aan een rapport over de kwalitatieve vergelijking tussen de pensioenuitvoeringsvormen en in 2020 volgde de update van dit rapport. En nu werk ik mee aan de werkgroep Modernisering Pensioenstelsel, wat ik ook geweldig vind. Vooral dingen samen doen, je bijdrage leveren in het collectief, maakt Jos enthousiast.”
Die samenwerking is uniek. Bij andere verenigingen acteer je vaak solo. Je levert een bijdrage en die wordt wel beoordeeld en gelezen, maar het is toch vaak een solo-actie. Dat heeft niet de dynamiek zoals bij KPS.
Sta je open voor wegwijs maken nieuwe leden van KPS?
KPS organiseert welkomsessies voor nieuwe leden. Dat sluit mooi aan bij jouw behoefte om samen zaken op te pakken. Zou je interesse hebben om een nieuw lid van KPS bekend te maken met het reilen en zeilen van deze mooie club? “Dat spreekt mij zeker aan. Ik ben er graag bij”.
Wat vind je van het wetsvoorstel Toekomst Pensioenen?
“Wat mij betreft is dit een overbodig wetsvoorstel. Nederland denkt het altijd beter te weten dan andere landen. We hebben in 2006, toen de IORP I kwam, ervoor gekozen strengere regels vast te leggen dan vanuit Europa nodig was. Dat heeft geen van de andere 26 landen gedaan. Vanaf de financiële crisis daarna in 2008/2009 betalen we daar een hele zware prijs voor. Het FTK is een molensteen geworden. In plaats van gekozen te hebben voor een prudente rekenrente, hebben we gekozen voor een risicovrije rente. In 2010, bij het eerste pensioenakkoord, was de afspraak dat dit versoepeld zou worden, maar toen hebben DNB en Sociale Zaken aangegeven dat dit niet acceptabel was. En nu zitten we nog steeds met de gebakken peren. We hebben het alleen maar erger gemaakt door bijvoorbeeld ook de regels voor indexeren strenger te maken. Allemaal eisen die vanuit Europa niet verplicht zijn, en wat andere landen ook niet doen, doen we in Nederland wel.
Wat je zou kunnen doen is in plaats van een integrale juridische en fiscale stelselwijziging, de eisen voor de uitkeringsovereenkomsten versoepelen bijvoorbeeld voor buffers en indexatie. Dan heb je die hele grote wijziging niet nodig. Gaandeweg komen er meer dingen bij, zoals het afschaffen van de doorsneesystematiek. Daarom wordt de evenredige opbouw ook afgeschaft. Dit alles zou je in bijvoorbeeld twee rondes kunnen doen; versoepel de regels van het FTK structureel en houd een tweede ronde voor het oplossen van de tekorten van de verplichtstelling. Ook de governance-eisen moeten worden opgepakt. Dus voor kleinere fondsen meer proportionele passende regels. Met andere woorden, je kunt naar mijn idee beter draaien aan de knoppen van het huidige stelsel binnen de bandbreedte van de Europese eisen, dan dat je een volledig nieuw stelsel introduceert. Ook juridisch is dit eenvoudiger uitvoerbaar. Dan houden we het basisprincipe vast dat een pensioenfonds een sociale instelling is. Dat beweegt nu veel meer richting het zijn van een verzekeraar. Het originele doel van een pensioenfonds wordt dus uit het oog verloren, waardoor de noodzaak van een pensioenfonds steeds minder wordt. En ja, er zit een financiële kant aan een pensioenfonds, maar van origine is het een sociale instelling.
Dus, we maken pensioen wederom ingewikkeld. We hebben bij KPS in 2011 een lezing gehad van Adrian Jones van PwC. Die toonde aan dat ook in Engeland het pensioen was ‘doodgeregeld’. Dit resulteerde in het feit dat alle werkgevers het pensioenstelsel achter zich lieten. Ook in Nederland lijken we die kant op te gaan. Met andere woorden, “another nail in the coffin”, zoals Adrian dat zo mooi verwoordde.”
Dus mijn oproep is: Stop met het doodreguleren en ga weer terug naar de basis. “Keep it simple”.
Heb je nog iets toe te voegen of is er nog iets wat je kwijt wilt?
“Ja, ik vind jou (Gaby) een sprekend voorbeeld van de waarde van KPS. De verjonging, de dynamiek en de kansen die daarbij horen. Je hoeft niet door allemaal structuren. Als je toont wat je waard bent, wordt dat snel erkend en krijg je de kansen die daarbij horen. En dat is fantastisch. Dit doet KPS op een geweldige manier en daar moeten we mee door gaan.”
meer interviews lezen? kijk op Jubilerende leden in de spotlights