KPS



Nederlandse transitie uniek?

In een onlangs verschenen publicatie gaat het Centraal Plan Bureau in op de vraag of de Nederlandse pensioenhervorming uniek is als je kijkt naar eerdere hervormingen in andere landen.

Deze Engelstalige publicatie beschrijft en interpreteert deze hervorming. Staat de hervorming van de pensioenen op zich of is deze te duiden vanuit trendmatige demografische en economische ontwikkelingen en heeft deze raakvlakken met hervormingen elders in de wereld?

Op pagina’s 3 en 4 van ‘Completing Dutch pension reform’ is een Nederlandstalige samenvatting opgenomen.

De auteurs, Ed Westerhout, Eduard Ponds en Peter Zwaneveld, benoemen drie van internationale factoren die hierin mogelijk een rol spelen. Deze betreffen de wereldwijde vergrijzing van de bevolking, de mondiale daling van de rente en de invoering van scherpere boekhoudregels zoals de IFRS.

Afsluitend constateren de auteurs dat in twee decennia veel in het pensioenlandschap is veranderd.

We zien een verminderd gebruik van het premie-instrument, een omzetting van het eindlooncontract in een middellooncontract, een geleidelijke groei van de beschikbare-premieregeling, een overstap op fair-value accounting, de introductie van indexatiestaffels en die van opties om het pensioen meer individueel te maken.

Het pensioenakkoord voegt daar een afschaffing van de doorsneesystematiek en een overstap op pensioenverwachtingen aan toe, alsmede beter communicatiebeleid en de optie van een lumpsum opname op de pensioengerechtigde leeftijd. Bij elkaar genomen markeren deze veranderingen de overgang van een traditioneel DB-contract op een – ook internationaal vaker toegepast – DC-contract.

Bron: CPB
12-08-2021